Weer naar kantoor na corona is niet eenvoudig
Afgelopen 2 jaar waren we genoodzaakt om zoveel als mogelijk thuis te werken. Dat was een hele omschakeling. We hadden thuis geen werkplek die voldeed, we miste onze collega’s, moesten veel online werken en zo werd het wereldje waar we in zaten werd steeds kleiner. Na een tijdje vonden veel mensen een goede balans in het thuiswerken. Na twee jaar zijn de corona regels verdwenen en mag of moet je weer naar kantoor.
Maar ook deze omschakeling blijkt lastig te zijn. Het thuis werken bevalt veel mensen beter dan verwacht. Ze zijn productiever, kunnen beter herstelmomenten in hun agenda plannen, er is geen reistijd meer waardoor er privé meer tijd is, de pauze kan ingericht worden zoals ze dat zelf graag willen doen, kleine klusjes zoals de vaatwasser uit ruimen is al in de ‘koffiepauze’ gedaan waardoor er aan het einde van de werkdag minder huishoudelijke taken liggen, ze kunnen even een praatje maken met de kinderen als die uit school komen.
Dat verdwijnt nu ineens als ze naar kantoor gaan om te werken. Tijdens de eerste lockdown zag ik veel mensen in mijn praktijk met burnout-klachten omdat ze niet meer goed konden herstellen omdat de mogelijkheden om te herstellen door de lockdown minder waren geworden. Denk hierbij aan sporten, uit eten, bioscoop, vrienden ontmoeten.
Nu die mogelijkheden er wel weer zijn en mensen weer naar kantoor mogen om te werken zie ik nog steeds mensen die zich met burnout-klachten aanmelden. Het naar kantoor gaan voelt als een drempel, op kantoor is er teveel afleiding en lawaai, ze kunnen zich minder goed concentreren en kunnen minder werk verzetten dan thuis, er zijn veel nieuwe collega’s die ze nog niet eerder gezien hebben. Ze missen de rustmomenten die ze wel hadden toen ze nog thuis werkte. Opnieuw moeten mensen op zoek naar een nieuwe balans in hun leven en dat blijkt niet vanzelf te gaan.